Sociaal gezien zal GROENLINKS weinig veranderen ten opzichte van de afgelopen vier jaar. Knokken voor een goed armoede beleid, dat helaas nog steeds nodig is, met steun voor organisaties als Welsun, Voedselbank, Consuminderhuis, Samen Delen en Rewel. Ook zal er aandacht moeten zijn voor de kredietbank, zodat wij door tijdig optreden en vooral aandacht besteden aan preventie, onze burgers uit de schuldhulpverlening kunnen houden.

Vooral zullen wij ons richten op de grote en moeilijke taken, die vaak ook tegen onze zin, worden overgeheveld naar de gemeentes. Denk daarbij aan alle veranderingen binnen de WMO, de AWBZ en Jeugdzorg. Het is onze vaste overtuiging dat zowel gemeentelijke organisaties, alsook individuele raadsleden nog onvoldoende kennis hebben van genoemde dossiers.

Grote aandacht zal er moeten zijn voor alle samenwerkingsverbanden. Verbanden die noodzakelijk zijn gezien de problemen die op ons afkomen, maar ook verbanden die ons geleerd hebben waar en hoe verschrikkelijk het mis kan gaan. Denk daarbij aan de wantoestanden bij het WOZL die vooral door GROENLINKS de afgelopen periode aan de kaak zijn gesteld. Daar werd duidelijk dat individueel belang van diverse leden van het Dagelijks Bestuur van groter belang waren dan een verantwoord sociaal beleid. Resultaat is grote onrust binnen de WOZL organisatie, meer dan dertig ten onrechte ontslagen medewerkers thuis en grote financiële verliezen. Resultaten die diverse politieke partijen in de regio zich mogen aantrekken.